God schiep mannen en vrouwen om elkaar lief te hebben.
Toch gooide de eerste menselijke ongehoorzaamheid roet in deze opdracht.
Mannen mishandelen hun vrouwen, zijn ontrouw en laten het afweten om van
hun vrouwen te houden, zoals Christus van de gemeente hield.
Dat is een geweldige uitdaging sinds Genesis 3. Profeten en apostelen roepen
mannen er dan ook meermaals toe op om in hun relatie met God aan het
liefhebben van hun eigen vrouw de hoogste prioriteit te geven.
Mannen en vrouwen zijn te vergelijken met vaten. De vrouw is echter het
kostbare vat, schrijft Petrus in zijn eerste brief (1Pt3). Allen gebruiken we onze
kostbare vaten in huis voor kostbare gelegenheden. Enkel een zot gebruikt een
duur kristallen champagneglas om er schroeven en bouten in te verzamelen.
Daar gebruiken we liever plastieken bekertjes of andere simpele vaten voor.
Als onze vrouwen zulke kostbare vaten zijn, dan dienen we er in goedheid en
liefde mee om te gaan. Gebeurt dat niet, dan moeten mannen er niet vreemd
van opkijken dat God hun gebeden niet meer verhoort.
De apostel Petrus weet zich vanuit God geïnspireerd tot zulke inzichten en
houdt ze zijn geadresseerden in Klein-Azië voor. Een oproep en inzicht, die nog
steeds van het hoogste belang is voor mannen in deze gebroken schepping