In een dorp in Afrika moeten vrouwen elke dag 10 kilometer wandelen om water te halen. Er waren twee boeren in het dorp en allebei maken zij een zeer belangrijke ontdekking. Beide ontdekken een bron van vers water in hun veld.
De eerste boer dacht: ‘dit is zeer goed nieuws. Nu kan ik mijn groenten regelmatig water geven zodat ze gezonder groeien en meer winst leveren wanneer ik ze verkoop in het dorp.’
De tweede boer dacht: ‘dit is zeer goed nieuws. Nu hoeven onze vrouwen niet zo ver te wandelen elke dag om water te halen.’
De twee boeren staan voor twee soorten gemeentes. Beide hebben het bron van levend water ontdekt, het evangelie. De eerste boer houdt het voor zichzelf. Deze boer is gelijk aan een gesloten gemeente, die de zegeningen van het evangelie alleen voor zichzelf houdt. De tweede boer is gelijk aan een open gemeente, die beseft dat de zegeningen van het evangelie moeten gedeeld worden met anderen.
Ergens beseffen meeste van ons dat wij moeten zijn zoals de tweede boer, een open gemeente. Maar weerspiegelen wij deze verlangen in ons christelijk leven? Hechten wij belang aan evangelisatie, of is het alleen voor de ‘evangelisten’ om te doen? Willen wij echt dat nieuwe mensen deel uitmaken van onze gemeente, of komen wij liever samen alleen met onze vertrouwde vriendjes?
Wij zijn inderdaad rijkelijk gezegend in Christus. De vraag is brandt ons hart nog steeds voor de vele mensen die deze zegening niet kennen, of zijn wij gewoon content met het feit dat onze groenten gezond groeien?