17 november 2024

brief aan de christenen in Filippi.

Passage: Handelingen 16:9-40

Vandaag starten we een nieuwe reeks preken doorheen Paulus’
brief aan de christenen in Filippi.
De stad werd gesticht in de 4de eeuw voor Christus.
In 356 v.Chr. werd deze stad veroverd door Philippus II van Macedonië,
vader van Alexander de Grote.
In het jaar 42 v.Chr. vond een belangrijke veldslag plaats vlak bij de stad
waarbij de latere keizer Augustus triomfeerde.
Als bedanking kregen officieren uit het Romeinse leger stukken land in de
stad, en kreeg de stad de officiële status als Romeinse kolonie.
Dus, wanneer Paulus, samen met Silas en Timotheüs, reizen naar de stad
Filippi in het jaar 51 na Christus, is het ondertussen een machtige, multi
culturele en trotse stad geworden.
Uit het verslag van Lukas (Handelingen 16:9-40) lezen we dat er een kerk
gemeenschap gesticht wordt, ondanks tegenstand van de plaatselijke
bevolking en stadsbestuurders.
Lukas vertelt ons over de bekering van twee figuren, Lydia, een purper
verkoopster uit Thyatira, en de cipier van de stadsgevangenis.
Samen met de leden van hun huishouden werden zij gedoopt en vormden
zij samen met anderen de eerste kerkgemeenschap in Filippi.
Paulus zijn brief aan deze kerkgemeenschap, dat wij nu lezen, werd
ongeveer tien jaar later geschreven waarschijnlijk tijdens zijn huisarrest
in Rome.
Het gedeelte dat wij vandaag samen bekijken is Filippenzen 1:1-26.
Het thema is: de vreugde van samenwerken voor het evangelie.

https://depottenbakker.be/Prediken/de-here-zal-er-in-voorzien/,https://depottenbakker.be/Prediken/verandering-van-binnen-naar-buiten-2/